De stad is een jas
met heel diepe zakken
dat heeft een oude
man me verteld
een jas van vlees en
bloed en van botten
een jas van kranten
een jas van geld
Met een haakje om
hem aan op te hangen
een vestzak een binnenzak
een zak met een gat
een jas die je warm houdt
een jas om te schuilen
een jas die je opvreet
want zo is de stad
Ik ken een man
een jassentemmer
hij kwam uit het zuiden
naar deze plek
hij droeg de jas
wel tien lange jaren
elke dag weer opgewekt
Die man heeft karakter
om niet te verdwijnen
om niet te bezwijken
onder al het gewicht
Je zou
bijna vergeten
welk een last die jas is
in zijn handen
vederlicht.
(Martijn Adelmund, 2015)
Geschreven en voorgedragen ter gelegenheid van het tienjarig ambtsjubileum van burgemeester Geert van Rumund, november 2015